In het kader van dit Toekomstscenario is in mei 2023 de Haaglandse proeftuin van start gegaan, als één van de proeftuinen verspreid over heel Nederland. Negen maanden later is het tijd voor het delen van de eerste ervaringen van professionals die meedoen aan deze proeftuin.
Wat is de proeftuin in Haaglanden?
De proeftuin is een samenwerking tussen Jeugdbescherming west, William Schrikker Stichting, Veilig Thuis Haaglanden, Raad voor de Kinderbescherming, Kessler Perspektief, impegno (volwassen- en jeugd GGZ en gezinshulp), de lokale teams van Delft, Den Haag, Westland en de gemeenten Delft, Den Haag, Westland (namens de regio Haaglanden). Volgens de uitgangspunten van het Toekomstscenario wordt in de proeftuin een nieuwe, gezamenlijke werkwijze beproefd en ontwikkeld. Met aandacht voor de verkorting van de keten, borging van bestaanszekerheid en integraliteit met de volwassenzorg (GGZ). De proeftuin loopt tot mei 2025.
Waarom een andere werkwijze?
De huidige inrichting van de jeugdbeschermingsketen is complex en de werkwijzen van organisaties in de beschermingsketen sluiten niet goed op elkaar aan. Ouders en kinderen hebben hierdoor te maken met een verscheidenheid aan organisaties die allen gefragmenteerd en volgordelijk een bijdrage leveren aan de veiligheid en bescherming van betrokkenen. Dit is ook wat genoemd wordt door de gezinnen: vertrouwen en een relatie met een professional kunnen opbouwen is essentieel voor de slagingskans van de hulp. De sector loopt hier in de uitvoering tegen aan; kinderen en ouders krijgen vaak niet tijdig de passende hulp, de onderliggende problematiek in gezinnen krijgt te weinig aandacht, er is sprake van scheiding tussen het jeugd- en sociaal domein en er is te weinig verbinding met het volwassendomein.
In opdracht van het landelijk programmateam Toekomstscenario doet het Verwey- Jonker Instituut onderzoek naar de effecten van de nieuwe werkwijze op gezinnen en professionals. Dit onderzoek wordt gedaan in meerdere proeftuinen.
Marvin van der Krogt is teammanager van het proeftuinteam. Met ruime ervaring in de jeugdhulp, als jeugdbeschermer en voorzitter Jeugdbeschermingstafel, vertelt hij vanuit zijn hart: “Het kan echt anders en beter voor de gezinnen. Als we met het gezin, hun netwerk van professionals, familie, vrienden, etc. een team, een gezinsteam, kunnen zijn, zien wij allemaal door de bomen het bos weer. Met als gevolg duurzame hulp en duurzame veiligheid.”
Gedragswetenschapper van Jeugdbescherming west, Renate Bahlmann, ziet nu al een andere aanpak ontstaan in de proeftuin. “Alle kwaliteiten van de professionals worden ingezet; hun gezamenlijke expertise werpt haar vruchten af. De verandering die we inzetten wordt bovendien gesteund door alle bestuurders. Dat is de eerste keer dat ik dit op deze manier meemaak. De verandering is een onomkeerbaar proces en interessant om aan bij te dragen.” Marvin: “De proeftuin loopt tot mei 2025, maar dan is het niet af, we zijn aan het bouwen. Het is een dynamisch en doorlopend proces voor duurzame resultaten. Dus verwacht niet dat we binnen één jaar het ‘ei van Columbus’ vinden.”
Op welke manier wordt de beschermingsketen ingrijpend verbeterd?
Lokale teams van gemeenten krijgen een centrale rol om te zorgen dat kwetsbare kinderen en volwassenen snel passende hulp en bescherming krijgen. Daarbij krijgen ze steun van regionale veiligheidsteams, waarin de functionaliteiten van Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen en mogelijk ook de Raad voor de Kinderbescherming zijn samengebracht. Kijken naar het hele gezin in plaats van je te richten op alleen het kind vormt de basis. Het is belangrijk om vragen te stellen als ‘hoe is de financiële situatie?’ en ‘hoe zit het met huisvesting?’. De aanpak gaat over verschillende wetten en domeinen heen, zoals de Wmo en SZW. Marvin: “De essentie is komen tot een samenwerking die gezinnen blijvend helpt. Samenwerking tussen gezin, hun netwerk en bij hen betrokken professionals. Niet na of naast elkaar, maar met elkaar. Afstemmen over wat er moet gebeuren, vooral ook waaróm dat moet gebeuren en daar een voor een gezin behapbare volgorde in aanbrengen. Dit vraagt bewust tijd nemen voor dat samenwerken: ‘hoe doen wij dat eigenlijk?’, ‘welke verwachtingen hebben wij van elkaar?’, ‘hoe en wanneer hebben wij contact?’ en ‘wat doen wij als het moeilijk wordt of we het oneens zijn?’. Met het vormen van gezinsteams zitten wij hier als proeftuin, als netwerkorganisatie, zelf natuurlijk ook middenin.” Renate vult aan: “Dankzij korte lijnen en een verklarende analyse die we samen met het gezin maken, krijgen we een compleet beeld. Onderliggende patronen van het gedrag van gezinsleden worden helder gemaakt. Deze zijn vaak intergenerationeel, zoals bij huiselijk geweld. Dit doen we met verschillende methodieken die onze professionals dankzij hun ruime ervaring al kunnen inzetten. Zo voorkomen we erger en wordt de inzet van hulp duurzamer.”
Wat wordt in de proeftuin ‘beproefd’ en hoe verloopt de samenwerking?
In de proeftuin wordt beoogd de beschermingsketen te verkorten en het aantal ‘gezichten’ voor het gezin te beperken. Daarnaast is het de bedoeling dat de effectiviteit van hulp wordt vergroot door vanaf de start te werken met alle benodigde expertise. Ook komt de professional weer meer in zijn kracht. De werkende elementen van de beproefde werkwijzen worden uiteindelijk ingebed in de regio. In de proeftuin werken 17 netwerkcollega’s samen die het fundamenteel anders mogen gaan doen. Niet alleen denkend vanuit ‘waar is mijn organisatie en waar ben ikzelf van?’, maar vooral vanuit ‘wat zegt het gezin nodig te hebben?’
Renate: “Iedereen is bevlogen en de samenwerking gaat vrij goed. De professionals hebben veel expertise in huis en zien dat het huidige systeem niet meer werkt. Natuurlijk hebben we te maken met diverse karakters en het vraagt soms wat van de onderlinge verdraagzaamheid. Af en toe botst het. Gelukkig is de bereidheid groot om op tafel te leggen waar het ingewikkeld is. Het conflict wordt opgezocht om de nodige verandering op gang te brengen. Door met elkaar en het gezin te reflecteren op hoe de samenwerking verloopt en of wát we doen ook echt helpend is, creëren we een gezamenlijke leeromgeving vanuit vertrouwen en verbinding. De uitdaging is dat we nog geen vaste werkwijze hebben, alles moet worden besproken. In Haaglanden hebben we er bewust voor gekozen dat iedereen zijn eigen expertise behoudt en doet wat hij kan.” Marvin: “Iedereen binnen de proeftuin was nieuw voor elkaar. Hoe leer je elkaar goed kennen, begrijpen en vertrouwen? Ditzelfde geldt voor de deelnemende organisaties. We dachten te weten wat de ander waarom doet, maar daar blijkt nog veel te leren. Hoe pak je deze uitdagingen samen aan? Het samenwerken met de gezinnen, met elkaar en tussen onze organisaties. We mogen hierover allemaal nadenken en die vrijheid van handelen is heel goed, maar vraagt ook veel energie. Soms zijn kaders handig, maar ook deze hebben we met elkaar in te vullen. Daarbij is de neiging om het te hebben over wat beter kan of moet en mogen we meer aandacht hebben voor dat wat al goed lukt, in plaats van dat maar ‘normaal’ te vinden.”
Momenteel nemen 15 gezinnen deel aan de Proeftuin. Dit aantal groeit uit tot 30 tot 40 gezinnen. Wat gaan gezinnen merken van de nieuwe werkwijze en hoeveel nemen er deel?
Marvin: “Gezinsleden ervaren echt contact: voelen zich gehoord, gezien, gesteund én geholpen. Ook onze collega’s ervaren dat echte contact, kunnen doen wat zij nodig vinden, juist om dat contact aan te gaan. Dat is ook een kind naar school brengen, helpen verhuizen, slotenmakers bellen of een magnetron bij de kringloop halen. Vanuit dat echte contact, maken het gezin en wij samen hun verhaal voor hen en ons begrijpelijk. We reageren niet alleen op wat zich voordoet – het zogenaamde brandjes blussen – maar doorgronden waarom dat zich voordoet, die analyse. Vanuit vertrouwen en gelijkwaardigheid en zonder te oordelen bepalen en zetten gezinnen met ons dan de volgende stappen. En natuurlijk lukt dit nog niet bij elk gezin. Maar ook dan blijven we zoeken naar ingangen tot die verbinding. Het betekent gevoelsmatig vertragen: gezinsleden de tijd geven te bewegen naar wat wij vinden dat nodig is, en dus ook verdragen dat je nog niet bent waar je zelf vindt dat het zou moeten zijn. Gelukkig betekent het ook op die momenten ‘verrast’ worden door oplossingen en keuzes van gezinnen, die heel goed uitpakken. Wij hebben weliswaar veel expertise, maar zeker niet de wijsheid in pacht. Die gelijkwaardigheid is essentieel.”
Renate stemt in: “Je komt pas tot het echte werk in het gezin als je verbinding hebt met de ouders en de kinderen. We mogen nu meer tijd in het gezin steken, waardoor die verbinding ook kan ontstaan. Soms kan en mag het korter of langer duren, afhankelijk van wat het gezin aankan. Meestal heeft het gezin zelf een heel goed beeld van wat er aan de hand is. Inzetten op bestaanszekerheid, zoals het helpen zoeken naar een geschikte woning of een oplossing voor financiële problemen, kan al voor dermate minder stress en spanning zorgen dat een deel van de andere problematiek daarmee ook vermindert. Bovendien ontstaat er dan ook pas ruimte voor gezinnen om te kunnen profiteren van andere soms (duurdere) persoonlijke hulpverlening. Omdat je in de proeftuin direct met elkaar kunt schakelen vanuit ieders expertise, netwerk en organisatie, krijgt het gezin sneller en meer passende hulp.”
Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden en Programmabureau Jeugdhulp Haaglanden