Achterhoeker Rauwerdink (1981) heeft een stevige basis in opgavegericht en programmatisch werken, kent vrijwel alle facetten van het sociaal domein, maar tot voor kort wel altijd vanuit de rijksoverheid. “Ik vind het prachtig dat ik nu de kans heb om voor de gemeenten aan de slag te kunnen, en dan meteen ook nog voor tien!”
Achtergrond
Na een studie Bestuurskunde aan de universiteiten van Twente en Münster ging Jelle in 2004 via het Rijkstraineeprogramma bij het ministerie van VWS aan de slag. Hij trad vervolgens in dienst bij de interne poule van projectleiders, programmamanagers en organisatieadviseurs. Zo werkte hij onder meer aan de totstandkoming van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), voor het Zorginnovatieplatform, aan het eerste bestuurlijke akkoord voor de GGZ, het vorige Nationale Programma Preventie. Vanaf 2014, vlak voordat gedecentraliseerd werd, hield hij zich bijna vijf jaar bezig met het persoonsgebonden budget, als coördinator over de vier wetten (Jeugdwet, Wmo, Zvw en Wlz) heen. Eind 2018 volgde de overstap naar het ministerie van OCW, waar hij voor verantwoordelijk was voor passend onderwijs.
“Ik merkte zo’n 3 jaar geleden dat ik, ondanks alle mooie opdrachten bij het Rijk, echt eens van omgeving wilde wisselen. Ook omdat ik het steeds vaker moeilijk had met hoe het ‘landelijke’ Den Haag zich ontwikkelde.” In de zomer van 2021 maakt hij de overstap naar het adviesbureau B&T, dat zich richt op de onderwijssector. “Ondanks hele leuke boeiende concrete opdrachten, ook voor scholen en samenwerkingsverbanden in het Haagse, merkte ik toch al snel weer dat ik voltijds en langere tijd aan een opgave wil kunnen bouwen. Toen ik voorganger Arie Opstelten op LinkedIn zijn pensionering zag aankondigen, en daarmee ook deze plek vrij kwam, dacht ik gelijk: dat wil ik! Want alles komt dan voor mij samen: goed jeugdbeleid, gericht op de meest kwetsbaren, in een voor mij fascinerende netwerksamenwerking, en ook nog eens de stad en regio waar ik me al 20 jaar zo thuis voel. Hoe mooi wil je het hebben?”
Drive
Wat drijft hem? “Al snel in mijn leven werd ik gegrepen door het feit, dat zoveel kinderen en jongeren niet de mazzel hebben die ik heb gehad - de mazzel van een veilig, fijn gezin of opgroeien in een veilig land, de mazzel geboren te zijn zonder aandoeningen of handicaps - waardoor velen niet zomaar 1,2,3 de kansen krijgen of kunnen pakken zoals ik dat kon. Ik ben dan ook erg blij dat de keerzijde van ons meritocratisch ‘ideaal’ inmiddels volop wordt belicht, door mensen als Sander Schimmelpennick, Tim ‘S Jongers en Marjolein Moorman. Het is goed dat er meer oog is voor het feit dat ‘succes’ niet altijd een keuze is, dat er meer nodig is om tot meer kansengelijkheid te komen, dat diversiteit de norm is en dat beleid meer moet worden gemaakt met mensen die niet alle kansen hebben gehad.
Wat is nu de echte oplossing voor een jongere of gezin?
Al vanaf het moment dat Jelle mocht werken aan het basismodel voor de CJG’s, realiseerde hij zich dat de toegang tot alle mogelijke voorzieningen lokaal moet worden georganiseerd. En dat daar dan mensen moeten zijn die kunnen kijken wat nu echt het onderliggende issue is voor een kind, volwassene of gezin. Om vervolgens snel te kunnen schakelen naar jeugdhulp of zorg, maar bijvoorbeeld ook naar schuldhulpverlening of een tijdelijke uitkering als dat nodig is. Of naar het regelen van een fiets, als dit ervoor zorgt dat een kind naar school of een moeder naar haar werk kan. Hiernaast werd hem duidelijk dat het onderwijs cruciaal is, als belangrijke vindplaats, zeker in bepaalde wijken en gebieden. Het onderwijs kan op veel plekken ook veel meer een werkplaats worden.
“Ik kijk ernaar uit om verder te gaan ontdekken hoe deze tien gemeenten invulling geven aan wat naar mijn idee de bedoeling achter de decentralisaties was. En hoe die bezuinigingsopgave en ‘vermarkting’ van de jeudgzorg, die direct met de decentralisaties meekwamen, daar doorheen hebben gespeeld. Ik zie het als een functie van de regionale samenwerking om hierop en op tal van terreinen van elkaar te kunnen leren, ondanks alle lokale verschillen. Wat maakt dat het zo goed lijkt te marcheren in Pijnacker-Nootdorp? Waarom zet Den Haag in op het Haags Toekomstperspectief? Waarom hebben Delft en Westland een eigen werkorganisatie en kiezen andere daar niet voor? Verder ligt op deze lokale terreinen niet de focus van het beleid van de regionale samenwerking. Die moet mijns inziens toch vooral liggen in zorgen, in goed overleg met aanbieders, voor een dekkend aanbod van gespecialiseerde jeugdzorg voor de meest kwetsbare gezinnen. En hier spelen natuurlijk grote uitdagingen: de toekomst van de jeugdbescherming, de afbouw van jeugdzorgplus (en opbouw van alternatieven), de personeelstekorten.
Focus in Haaglanden
Wat houdt je rol als programmamanager Jeugdhulp Haaglanden in? "Dat is ten eerste het coördineren van de beleidsmatige samenwerking tussen de tien gemeenten, op basis van de in 2020 opgestelde regiovisie. Daarnaast ben ik manager van het programmabureau, dat namens en met de tien gemeenten, de regiovisie ten uitvoer brengt. Het programmabureau is de beleidsinhoudelijke counterpart van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden, dat de jeugdzorg voor de tien gemeenten inkoopt."
Rauwerdink heeft al een aantal mooie ontwikkelingen gezien waarin de regio meerwaarde heeft, zoals het project Wachtlijsten. “Het is lekker concreet en kan helder inzicht geven wat er nu ontbreekt in de regio. Ik wil de komende tijd, met het bijstellen van het uitvoeringsplan - het tweede nadat de Regiovisie in 2020 is vastgesteld - vooral meer focus gaan aanbrengen. Het is weliswaar een enorm breed domein, met ongelooflijk veel prangende opgaven, maar liever een paar dingen goed en met impact, dan heel veel dingen nog niet half. Ook opdat we de dagelijkse uitvoering, die het al zo pittig heeft, niet overvragen.”
Verbinder pur sang
Verbindingen leggen - samen met het Servicebureau - is een belangrijk onderdeel van Rauwerdinks functie. Verbinden tussen tien gemeenten, met alle aanbieders, maar ook naar wat het exact oplevert voor jongeren, gezinnen, professionals en lokale teams. Heel fijn ook dat er al een Oudersraad en een JONG Doet Mee! is. Rauwerdink geeft aan dat hij een verbinder pur sang is. “Het lukt me altijd goed om (ogenschijnlijk) verschillende belangen bij elkaar te brengen, zodat iedereen elkaar beter verstaat. Zeker in het jeugddomein willen we uiteindelijk toch allemaal hetzelfde, zijn we allemaal met een vergelijkbare drive aan het werk.”
Programmabureau Jeugdhulp Haaglanden