Concreet heeft het GR-bestuur gevraagd om na te gaan of er daadwerkelijk mogelijkheden voor doelmatigheid zijn, als verklaring voor die uitkomst. Of dat het nodig is om het product te differentiëren. Anders gezegd: dat het lagere tarief niet over het gehele spectrum van het product reëel zou zijn. Op 17 maart is een tussenbalans van dat verdiepende onderzoek opgemaakt. Daarin is vastgesteld, dat voor wat betreft de factor arbeid het verschil per uur -dat is iets anders dan per traject, tarieven zijn echter per uur- 54001/54002 beperkt lijkt te zijn. En ook dat als de lichtere en zwaardere groepen sGGZ zoals die op grond van de declaratiegegevens te onderscheiden zijn vergeleken worden, de claim dat ‘zwaar’ duurder zou zijn dan (relatief) ‘licht’ per uur niet zo blijkt te zijn te zijn.
Uiteraard, het onderzoek is nog in gang. Er wordt nader gekeken naar de factor overhead en er staan verdiepende/duidende interviews gepland met aanbieders die 54002 leveren. Desalniettemin heeft het Servicebureau n.a.v. deze bevindingen het volgende signaal afgegeven:
- Het GR-bestuur heeft herziening tarief 54002 aangehouden tot uiterlijk 1 juli
- De voorlopige uitkomsten sluiten vooreerst niet aan op kritiek n.a.v. het onderzoek van 2021
Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden
< Naar alle artikelen nieuwsbrief mei 2022