De titel van het mini-symposium was nogal prikkelend: ‘Hervormingen Jeugdhulp, gaat het nu wel lukken….?’. Wat zit daarachter? Arie: “Eind van dit jaar wordt de Hervormingsagenda Jeugdhulp gepresenteerd, gaat het wetsvoorstel ‘Verbeteren toegang…..’ naar de Tweede Kamer en komt er een ingrijpende stelselherziening in het domein van de jeugdbescherming. Ik vraag mij af of dit nieuwe kansen zijn of wederom een extra belasting van een sector die toch al zwaar onder druk staat. Ik herinner me de aanloop naar de Jeugdwet, de stapels onderzoeken die aantoonden dat het allemaal anders moest in de jeugdzorg. Een sfeer van belofte, maar ook van tegengeluiden over breedte en tempo. En van (wellicht naïeve) gretigheid en optimisme van gemeenten. De Jeugdwet kreeg uiteindelijk unanieme steun in de Tweede Kamer (wat zeldzaam is).
Dat het ook na 2015 toch allemaal erg ingewikkeld bleek, is inmiddels wel duidelijk. Nog steeds zijn er veel zorgen over de jeugdhulp en is wederom een gedachte dat stelselingrepen het tij zullen keren. Het moet beter én 1 miljard goedkoper (of is de volgorde andersom?), dat is de opdracht. ‘Hoe dan en waar is het onderwijs?’ zijn de vragen die me bezighouden en die ik als thema heb gekozen voor dit symposium. Wat maakt, of wat moet maken, dat alle maatregelen deze keer wel het beoogde effect zullen hebben: voor de jongeren en gezinnen kwalitatief effectieve zorg, voor de aanbieders uitvoerbaar en voor de overheid duurzaam houdbaar?”
Mensen betekenisvolle rol in leven van kind
Maar liefst vier sprekers mochten tijdens het mini-symposium vanuit hun eigen perspectief op deze vraag reflecteren. De eerste spreker gooide meteen de knuppel in het hoenderhok. Rutger Hageraats, directeur bij het Nederlands Jeugdinstituut, wees op de spanning tussen de snelheid van technische ontwikkelingen en de gehaastheid van onze samenleving, enerzijds en de traagheid waarmee opvoeden en opgroeien nou eenmaal gepaard gaat, anderzijds.
“Het is een natuurlijk proces dat niet te versnellen valt. Het vraagt om echte verbinding en daarvoor heb je tijd nodig en échte aandacht nodig. Wat hem betreft leidt dit inzicht tot een fundamentele verandering in het stelsel. Er zou veel meer op kleine schaal, community based gewerkt moeten worden aan de verbinding tussen ouders, kinderen/jongeren en professionals. De kern van ondersteuning bij opvoeden en opgroeien zit in die liefdevolle omgeving, in gezinnen, in kinderopvang, op school, in de wijk. Die pedagogische samenleving, waar zo vaak over gesproken wordt en die zo ver lijkt. Jeugdhulp is echt aanvullend hierop. Er moet een langzame, stugge strijd worden gevoerd tegen de eenzijdige focus op individualiteit, maakbaarheid en prestatie. Tegen de voortdurende versnelling en vervreemding. En met meer focus op wat ons mensen tot mensen maakt en kinderen gewoon kinderen laat zijn.
Gemeenten zouden niet overal beleid op moeten maken, maar simpelweg de mensen die een betekenisvolle rol spelen in het leven van kinderen in staat moeten stellen dit zo goed mogelijk te doen. Landelijk en regionaal borgen van kwaliteit en ontwikkeling kan prima samengaan met lokaal arrangeren van de relaties en zorg.”
Waardering jeugdzorgwerkers
Joke de Vries, voormalig Hoofdinspecteur IGJ, lid Commissie van Wijzen, vestigde in haar bijdrage vooral de aandacht op de belangrijke rol van professionals. “In de samenleving, alsook bij beleid en politiek, bestaat er weinig inzicht en waardering voor wat jeugdzorgwerkers doen. Met als risico dat jeugdzorg niet serieus wordt genomen en er niet of onvoldoende wordt geïnvesteerd in mensen die dit werk doen. Er ontbreekt nu een goede infrastructuur voor training en intervisie en bestaande effectieve interventies worden te weinig toegepast. Het vraagt tijd en middelen om dat te verbeteren. Er is behoefte aan een structurele kennisinfrastructuur met goed geregelde financiering.
Goede voorbeelden verdienen navolging, gemeenten zouden vaker over hun schaduw moeten heen stappen vanuit belang voor de kinderen. Er is behoefte aan ambassadeurs die het ingewikkelde werk van de jeugdzorg op de kaart zetten. Dat kan niet in de laatste plaats goed door de jongeren zelf gedaan worden.”
Holistische benadering hulpvragen
Met de inleiding van Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie & hoofd subafdeling LUMC-Curium, verschoof de focus weer terug naar de behoefte van gezinnen, kinderen en jongeren. “De omvang van psychische problemen onder jongeren is een serieus probleem dat ook na de versoepeling van de Corona-maatregelen nog niet echt afneemt. In zijn eigen vakgebied ziet Robert een duidelijk nieuw perspectief ontstaan bij kinder- en jeugdspsychiatrie. Er komt meer oog voor onderliggende mechanismen bij psychische klachten en er ontstaat een meer holistische benadering van de vragen. Tegen die achtergrond kan de verbinding tussen jeugd-GGZ en jeugdhulp een enorme kans bieden voor effectievere oplossingen.”
Robert pleit samenvattend voor:
- Beleidshistorisch bewustzijn bij veranderingen
- Dat de noden van gezinnen uitgangspunt voor beleid vormen en niet de euro’s, organisatie en administratie (aanbestedingen)
- Wethouders jeugd zich vooral gaan richten op de beloften van de Jeugdwet: oplossen gezinsproblematiek en organiseren van integrale zorg
- Bundeling van beleid: bovenregionaal, landelijk.
Belang drijfveren jeugdhulpprofessional
Als laatste spreker richtte Rob Gilsing, lector jeugdhulp in transformatie aan de Haagse Hogeschool, zich op opbrengsten en de ambities van het Kennisnetwerk Jeugd Haaglanden. Eén van de adviezen die hij meegaf: laten we ons niet blindstaren op effectiviteitsonderzoek, maar laten we gebruik maken van alle kennis die we hebben over de voorwaarden voor werkzame jeugdhulp, zoals de alliantie tussen jongeren en professionals.
Rob pleitte voor een focus op leren en dat impliceert een focus op de toekomst, vanuit een positieve benadering. Want er gaat ook veel goed, er zijn veel tot op het bot gemotiveerde professionals die zich met hart en ziel inzetten voor kinderen, jongeren en hun ouders.
Als mooi voorbeeld van de positieve benadering noemde hij het onderzoek naar de startende professional. “Het idee is dat we net afgestudeerden van de opleidingen aan onze faculteit gedurende een aantal jaren volgen in hun carrière in de jeugdhulp. Waarbij we het met hen gaan hebben over hun drijfveren, over hun motivatie, over hun mooie ervaringen. Maar ook over wat zij nodig hebben om in de jeugdhulp werkzaam te blijven. En over de vraag of en waar we de opleidingen kunnen verbeteren, zowel initieel als post-initieel. Om zo bij te kunnen dragen aan het binden van professionals aan een sector die het in het maatschappelijk debat en op de arbeidsmarkt aardig voor de kiezen krijgt.”
Ga naast de jongere staan
In de reactie vanuit JONG doet mee! steunden Hannah Holstelle als Ryan Meijer als ervaringsdeskunidigen de oproep om professionals voldoende tijd te gunnen voor het verdiepen van het contact met jongeren en gezinnen. “Hou op met onzinnige protocollen en bureaucratie!” Ryan voegde nog toe dat het natuurlijk goed is om het systeem rondom een kind te versterken, maar daarbij moet het belang van het kind niet uit het oog worden verloren. Hannah: “Ik heb iemand nodig die naast mij staat en mij helpt met het zoeken naar oplossingen. Focus niet te veel op allerlei risico’s en stop met de pogingen om alle kinderen te redden. Neem het belang van het kind als gezaghebbende norm en ga daar voor staan!”
Lees hier een uitgebreider verslag met daarin de powerpointpresentaties.
Programmabureau Jeugdhulp Haaglanden