In haar vorige functie werkte Yvonne voor de regio Midden-Holland. De dynamiek van de samenwerkende gemeenten is dus bekend terrein. Zelf beschrijft ze het als complex en uitdagend, maar wel heel maatschappelijk relevant en interessant. In een kennismakingsinterview vroegen we Yvonne naar haar drijfveren. “Voor mij is het heel belangrijk dat ik betekenisvol werk doe. Het moet echt ergens over gaan en maatschappelijke impact hebben. En daarnaast heeft het jeugdbeleid een streepje voor op andere maatschappelijke thema’s. Bij de jeugd zie ik veel veranderpotentieel. Voor ons volwassenen is het al een stuk moeilijker om te veranderen. Het vraagt tijd en aandacht om patronen die al ingesleten zijn, om te buigen. Daar zit natuurlijk ook de uitdaging van de transformatie. Waarom doen we het zoals we het al tijden doen? Ik noem een voorbeeld: hoe komt het dat er zo’n afstand is tussen de professionele hulpverlening en het sociale netwerk van de mensen die de hulp ontvangen?”
Veiligheid en het 'gewone' leven
Yvonne is in een rijdende trein gestapt. De actielijnen van de Hervormingsagenda en de bijbehorende kostenbeheersing waren al grotendeels duidelijk. Als projectleider van de actielijn Verblijf Jeugd heeft dit thema nu alle aandacht nodig. Bij de invulling van dit thema komen de eigengereidheid en haar visie duidelijk tot uiting. “Hoewel het natuurlijk om de zwaarste vormen van jeugdhulp gaat, zoek ik bij dit thema juist ook naar de combinatie met aandacht voor het gewone leven. Hoe geven we kinderen en jongeren die niet bij hun ouders kunnen opgroeien, wel een veilige en geborgen thuis? Hoe kunnen we ze perspectief bieden op een hoopvolle toekomst? Dat vraagt bijvoorbeeld om een stabiele woonsituatie, onderwijs op het niveau dat bij hen past, leren hoe je met alledaagse dingen omgaat zoals geldzaken en vriendschappen. Het gaat niet alleen om veiligheid, maar ook om geborgenheid voor jongeren.
Verder wil ik ook aandacht voor de behoeftes van de huidige generatie jongeren, ouders én professionals. Wat willen hulpvragers en is dit veranderd ten opzichte van 10 jaar geleden? We zien dat veel ouders veel mondiger zijn geworden en vinden dat issues met kinderen opgelost moeten worden. Soms zie ik ook dat professionals zich schamen als het met hun eigen kinderen niet goed gaat. Daar zit een taboe op. Als we met z’n allen accepteren dat opgroeien nou eenmaal met hobbels en rafels gepaard gaat, leren we anders naar problemen kijken. Elke jeugdige heeft die hobbels ook nodig om zichzelf te leren kennen in situaties die niet vanzelf goed gaan.”
Lijntjes met de thuisbasis houden
“Ik geloof ook erg in de kracht van een goede pedagogische basis en preventie. En natuurlijk begrijp ik dat dat vooral aan de gemeenten is om daarin te investeren, maar het zijn communicerende vaten met de gespecialiseerde jeugdhulp. Voor het thema Verblijf Jeugd wil ik aandacht voor de lijntjes met de school, de buurt en het gezin. Zodat jongeren na hun verblijf weer makkelijk terug kunnen naar hun eigen thuis, school en vrienden. Daarom is het belangrijk dat de contacten met het eigen netwerk blijven ook als ze tijdelijk elders wonen.” Ik hoop dan ook dat we de gemeenten kunnen ondersteunen bij afstemming en uitwisselen van ideeën en inspiratie op dit vlak. Gemeenten wil ik meegeven dat we in een systeemwereld leven die op de medische wereld gebouwd is, in plaats van de pedagogische basis. Het gedrag van de jongeren is soms normaal, terwijl de situatie waarin zij zijn beland niet normaal is. Het wil niet zeggen dat het hele systeem anders moet, laten we het goede behouden.
”Tot slot vragen we Yvonne wat zij over 5 jaar bereikt wil hebben, wat is voor haar het gedroomde resultaat? Deze vraag wordt met een grote glimlach beantwoordt: “Ik werk niet met een lange termijnplanning, hoewel ik wél planmatig wil werken. Ik heb niet een bepaald eindpunt voor ogen, maar vind het wel heel belangrijk om samen in beweging te blijven en de goede dingen te blijven doen, want ik wil natuurlijk wel voortgang blijven boeken. De kunst is om mensen mee te nemen in de beweging die we willen zien. Daarbij is het voor mij belangrijk dat we dicht bij de bedoeling blijven en het gezonde verstand gebruiken.”