Ervaringen op de Ontwikkeltafel
In gesprek met Jantien de Jong, bestuurder van Groeii en Nina Vlemmings, beleidsadviseur gemeente Midden-Delfland.
In welke mate vind jij dat de Ontwikkeltafel bijdraagt aan het verbeteren van jeugdhulp?
Jantien: “De Ontwikkeltafel ervaar ik als een ijkmoment. In de drukte van de dag is het lastig om de tijd te vinden om in gesprek te gaan over onderwerpen die mij als bestuurder raken. De Ontwikkeltafel biedt mij deze kans. Daarnaast geeft de Ontwikkeltafel mij bevestiging wanneer anderen dezelfde uitdagingen ervaren. Ik zie de Ontwikkeltafel dan ook als een externe denktank die mij veel voeding geeft. Er zijn altijd weer reacties van anderen die mij energie geven.”
Nina: “Ik vind het mooi dat de Ontwikkeltafel de mogelijkheid biedt voor aanbieders en gemeenten om met elkaar de verbinding te zoeken. Er wordt in gezamenlijkheid met elkaar gesproken in plaats van tegenover elkaar. Die verbinding met elkaar zoeken zorgt ervoor dat we aan onderwerpen kunnen werken die bijdragen aan het verbeteren van jeugdhulp.”
Jantien is facilitator geweest van de Deeltafel ‘Geen Kind tussen Wal en Schip’. Hoe ervaar je samenwerken op Deeltafels?
“Ik ervaar nu dat er weinig binding is met andere Deeltafels en subwerkgroepen. Het zijn er ook best veel. Ik weet dat ik informatie terug kan vinden in de digitale leeromgeving, maar de ruimte om hier eens lekker in te duiken heb ik gewoon niet.”
Nina is een actieve deelnemer in de werkgroep Bestedingsruimte. Hoe loopt dat?
“De bestedingsruimte is een nieuw instrument sinds januari 2021 en was daarom nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Dat heeft ervoor gezorgd dat het voor aanbieders en gemeenten nog wat zoeken was wat de wederzijdse verwachtingen waren. Op dit moment zijn we bezig met de plannen van aanpak van een eerste groep aanbieders om binnen de vastgestelde bestedingsruimte te blijven. Dit proces levert input voor het vervolgtraject met de doorontwikkeling van de plannen van aanpak.”
Suggesties voor Ontwikkeltafel?
Jantien: “Die heb ik zeker. Ik vind dat er beter nagedacht moet worden over wie er aan de tafels deelneemt. Hoe kunnen we ruimte maken voor de professionals uit de praktijk? Daarvoor zal eerst het taalgebruik aangepast moeten worden. Ik vind dat de uitnodigingen nu voor hen te abstract en “te hoog over” zijn. Een andere manier om deelname door professionals uit de praktijk te motiveren is het toekennen van SKJ punten. Daarnaast denk ik deze professionals actief het woord gegeven moet worden. Ervaring van onze eigen medewerkers is dat zij het echt heel lastig vinden om zich uit te spreken wanneer een tafel bestaat uit gemeenten, directeuren en beleidsmakers. “
Nina voegt toe: “Tijdens de Ontwikkeltafel is de groep mensen die met elkaar in gesprek gaan over een bepaald onderwerp vaak groot, denk aan zo’n 40 mensen. Dit maakt het soms lastig met elkaar echt de diepte in te gaan. Het zou fijn zijn om met elkaar tot dat stukje verdieping te komen.”
Hoe is de vertegenwoordiging namens het ‘veld’; gemeenten en aanbieders?
Jantien: “Zoals ik al zei vind ik dat er meer deelnemers uit de praktijk deel moeten gaan nemen. Wat merken zij van de afspraken die gemaakt zijn in bijvoorbeeld het administratieprotocol? Daarnaast vind ik gemeenten te weinig vertegenwoordigd.
Nina: “Tijdens de Ontwikkeltafel zijn er veel aanbieders aanwezig en zijn alle tien de gemeenten ook vertegenwoordigd met vaak meerdere mensen per gemeente. Het zou voor de toekomstige Ontwikkeltafel mooi zijn als er meer mensen vanuit de uitvoering bij de gemeenten aanwezig kunnen zijn. Dat zou bijdragen aan een goede verbinding van de praktijk naar beleid en andersom.”
|